Zout en gezondheid

Ieder mens heeft natrium, onderdeel van keukenzout, nodig voor het doorgeven van prikkels door de zenuwen, het samentrekken van spieren en regulatie van vochthuishouding en bloeddruk. Maar een te hoge zoutconsumptie heeft een negatief effect op de gezondheid.

De chemische naam van keukenzout is natriumchloride. Eén gram keukenzout bestaat uit 400 milligram natrium en 600 milligram chloride. In vaste vorm is zout een kristallijne stof, waarin de ionen in een kristalrooster gerangschikt zijn. In het dagelijks taalgebruik wordt met zout meestal keukenzout (natriumchloride of NaCl) bedoeld. Ook kaliumchloride en magnesiumchloride behoren chemisch gezien tot de zouten, maar het is de te hoge consumptie van natriumchloride die in verband wordt gebracht met negatieve gezondheidseffecten. 

Het effect van te hoge zoutconsumptie

De consumptie van teveel zout verhoogt het risico op een hoge bloeddruk. En hoe hoger de bloeddruk, hoe groter de kans op hart- en vaatziekten. Een te hoge zoutinname vergroot daarnaast de kans op botontkalking, nierstenen, nierfalen en verlies van spiermassa. Bovendien vermoedt men een verband met maagkanker, astma en overgewicht.

Dit artikel is onderdeel van het dossier 'Alles over zout in brood'. 

Andere nuttige links over zout en gezondheid:

Voedingscentrum 
Vitamine-informatie bureau
RIVM: VoedselConsumptiePeiling
Nierstichting

Een mens heeft maar weinig zout per dag nodig. De maximale aanbevolen inname is wel bepaald en ligt op 6 gram per dag. Via ons huidige voedingspatroon consumeren we veel meer dan dat, de gemiddelde inname van volwassenen mannen is 11 g/dag en voor volwassen vrouwen 8 g/dag. Wanneer de gemiddelde zoutconsumptie in Nederland daalt, gaat ook de gemiddelde bloeddruk omlaag en dat kan veel levens redden. Niet alleen mensen met een hoge bloeddruk zijn gebaat bij zoutreductie. Uiteindelijk is het voor iedereen gezonder om minder zout te consumeren. Een kleine verlaging van de bloeddruk onder de gehele bevolking levert namelijk net zo veel of zelfs meer gezondheidswinst op dan een grotere verlaging in uitsluitend de risicogroep. Als het al lukt om de gemiddelde zoutconsumptie met 1 gram terug te brengen dan levert dit al gezondheidswinst op. Zoutreductie is daarom een wenselijke en (kosten)effectieve vorm van preventie: iets minder zout consumeren levert een grote gezondheidswinst op voor iedereen.

 

Een vaak gehoord argument tegen het reduceren van zout in levensmiddelen is de verhoogde behoefte aan zout bij warm weer of extreme inspanning. Een sporter verliest tijdens intensieve inspanning inderdaad veel zout via zweet. Bij extreme hitte kan dit zelfs oplopen tot 2,9 gram NaCl per liter. Dit verlies is echter alleen te compenseren door tijdens of eventueel vlak na het sporten een sportdrank met onder andere natriumchloride te nemen. Overigens verliest de gemiddelde recreant (zelfs als deze 4-5 x per week sport) zo weinig natrium dat aanvullen helemaal niet nodig is. Alleen mensen die bijvoorbeeld een marathon gaan lopen in warm weer moeten dit doen, maar dan dus alleen tijdens de inspanning. Extra zout eten wordt door sportdiëtisten niet aanbevolen. Het gebruik van zouttabletten raadt men zelfs af, omdat hierdoor de vochtbalans in het lichaam wordt verstoord.

Met een broodinname van 4 sneetjes per dag en bakkerszoutgehalte van 1,5% op meel zorgt brood ook voor ca. 60% van de dagelijkse behoefte aan jodium. Jodium is een belangrijke bouwsteen van het schildklierhormoon, dat nodig is voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel en de stofwisseling. Zo zorgt jodium onder meer voor een voorspoedige groei. Bij een verdere zoutreductie moeten de gevolgen voor de jodiumvoorziening van de Nederlandse bevolking goed in kaart gebracht worden. Indien nodig kan het jodiumgehalte per kilogram bakkerszout om eventueel gecorrigeerd worden voor de verlaagde zoutconcentratie in brood.