De wettelijke norm voor zout is 1,8% op de drogestof. En deze norm geldt voor vrijwel alle broodsoorten. Dat betekent dat ook glutenvrij brood, roggebrood, stokbrood, kleinbrood en brood met andere rijsmiddelen dan bakkersgist of zuurdeeg (bijvoorbeeld bakpoeder) aan de zoutnorm moeten voldoen.
De regeling geldt niet voor brood waaraan zoutbevattende ingrediënten zijn toegevoegd, onder voorwaarde dat de consument dit brood niet ervaart als bestemd voor dagelijks gebruik. Voorbeelden van zoutbevattende ingrediënten zijn olijven, spek, kaas en (zon)gedroogde tomaten. Kaasbrood, spek-uienbrood, ciabatta olijven en focaccia zijn voorbeelden van broodsoorten die geen onderdeel vormen van de basisvoeding en dus niet bestemd zijn voor dagelijks gebruik.
Wat de zoutnorm in de praktijk betekent, vertellen we u in dit artikel. We geven in onderstaande tabbladen antwoord op vaak gestelde vragen, zoals
- Hoe check ik op zout?
- Is het bakkerszout verruilen voor zeezout wel zo’n goed idee?
- Waar moet ik op letten?
Andere artikelen over zout:
- Zout en gezondheid
Zout en gezondheid
Onduidelijkheden over zout in brood
Brood, de belangrijkste bron van jodium
- Zout en smaak
Zoutvervangers, smaakversterkers en andere methoden
Zout en smaak in de praktijk
Minder zout: gevolgen voor de praktijk
Zoutvervangers: een inleiding
Zoutvervangers: minerale zouten
- Zout in de praktijk – wetten en regels
Het branchebesluit zoutreductie
Bakkerij zet in op nieuwe samenstelling bakkerszout met minder natrium (nieuws juli 2022)
Onderzoek nieuw soort bakkerszout (nieuws oktober 2023)
Hier leest u meer over het project Bakkerszout 2.0