De regels voor de aanduiding ‘volkoren’ op verpakkingen van bakkerswaren anders dan brood zijn veranderd. De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) heeft in samenspraak met de betrokken (bakkerij) branches hierover gediscussieerd en een nieuwe afspraak gemaakt.
In het Warenwetbesluit Meel en brood staat dat de bakkers bij brood en meel de term ’volkoren’ mogen gebruiken als het van 100% volkorenmeel is gemaakt. Voor andere bakkerijproducten is de term ‘volkoren’ niet vastgelegd in de wet. Maar wordt bij bakkerijproducten (niet brood) alleen volkorenmeel gebruikt, dan mag je het product uiteraard ook 'volkoren' noemen. Als het volkorenmeel gedeeltelijk is vervangen door bijvoorbeeld bloem, geldt dit niet. Wanneer je de vermelding ‘volkoren’ in de benaming wilt, dan moet je het vervangende of aanvullende ingrediënt van volkorenmeel vermelden tezamen met de zogenaamde warenwettelijke benaming. Dit kan op het etiket of voor producten die niet geëtiketteerd zijn op het schapkaartje. De voorwaarde is wel dat je in de ingrediëntenlijst vermeld welk percentage volkorenmeel en welk percentage bloem ten opzichte van het gewicht van het product bevat (KWID-percentage). Belangrijk is dat consumenten niet misleid worden.
Met deze interpretatie van de NVWA vervalt de eis dat het product ten minste 50% volkorenmeel moet bevatten. Bakkerijsector raadt aan deze 50% grens wel aan te houden vanwege de positieve effecten voor de volksgezondheid en de verwachting van de consument.