Per 10 augustus 2016 worden de normen voor een gewasbestrijdingsmiddel (chloorpyrifos) op druiven aangescherpt door de Europese Commissie. Dit kan van invloed zijn op de krenten en rozijnen die u gebruikt. De NVWA kan hierop controleren. Lees verder voor de normen en de overgangstermijn.
De normen voor een gewasbestrijdingsmiddel (chloorpyrifos) op druiven zijn door de Europese Commissie aangescherpt. Het residugehalte van deze stof op druiven mag vanaf 10 augustus 2016 niet hoger zijn dan 0,01 mg/kg. Dit is opgenomen in Verordening (EU) 2016/60.
De verhandelaars van krenten en rozijnen krijgen hier derhalve ook mee te maken. Omdat er nog veel krenten en rozijnen in de handel zijn die niet aan de nieuwe norm voldoen aangezien ze nog van oude partijen druiven afkomstig zijn, is tot 1 januari 2017 een overgangstermijn ingesteld voor krenten en rozijnen. Tot deze datum mogen in Nederland krenten en rozijnen verhandeld worden waarin een residugehalte chloorpyrifos tot 0,2 mg/kg aanwezig is; vanaf 1 januari 2017 mag dit residugehalte maximaal 0,05 mg/kg bedragen.
Wordt in een partij krenten of rozijnen op of na 10 augustus 2016 een gehalte van meer dan 0,05 mg/kg vastgesteld, dan dient dit gemeld te worden aan de NVWA. Bedrijven moeten hun leveranciers dan informeren over het feit dat de krenten en rozijnen met ingang van 1 januari 2017 aan de nieuwe norm moeten voldoen. Is het gehalte meer dan 0,2 mg/kg, dan gaat de NVWA handhaven (middels een schriftelijke waarschuwing of boete). De overgangstermijn geldt voor de Nederlandse markt. In andere EU lidstaten kan vanaf 10 augustus 2016 al de nieuwe norm gelden van 0,05 mg/kg.