Dat voedingsvezels gezond zijn, is al langer bekend. Vezels zitten in groente, fruit, peulvruchten en graanproducten zoals brood. Graanproducten zorgen voor bijna de helft van de dagelijkse vezelinname. En juist over vezels uit graanproducten komen we steeds meer te weten. De gezondheidseffecten van graanvezels lijken namelijk sterker te zijn dan de gezondheidseffecten van fruitvezels en groentevezels.
Vroeger werden vezels beschouwd als onverteerbare stoffen die geen energie opleverden. Inmiddels is bekend dat vezels een belangrijke rol spelen bij de stoelgang, maar ook het cholesterol- en glucosegehalte van het bloed verlagen en invloed hebben op de samenstelling van de bacteriën in onze darmen. Volgens het Voedingscentrum is wetenschappelijk bewezen dat vezels bijdragen aan een lager risico op chronische ziekten, zoals darmkanker, hart- en vaatziekten en diabetes type 2.
Kortom: het is belangrijk elke dag voldoende vezels te eten. Volkorenproducten bevatten de grootste hoeveelheid vezels, vitamines, mineralen en andere zogenaamde bioactieve stoffen.