In graanproducten waarin de gehele graankorrel wordt verwerkt, zoals in volkorenbrood, komt fytinezuur voor. Fytinezuur, ook wel fytaat genoemd, komt namelijk van nature voor in de buitenste lagen van granen, peulvruchten, noten en zaden. Het gehalte aan fytinezuur is onder ander afhankelijk van de graansoort en de bereidingswijze.
Fytinezuur wordt regelmatig bestempeld als antinutriënt, omdat het zich bindt aan mineralen en spoorelementen zoals calcium, ijzer en zink. Vanwege deze verbinding kunnen deze stoffen minder goed door het lichaam worden opgenomen. Wat echter vaak wordt vergeten, is dat diezelfde bindende eigenschap van fytinezuur juist ook positief kan werken voor onze gezondheid. Het bindt namelijk ook stofjes die schadelijk voor ons kunnen zijn. Hiermee levert de aanwezigheid van fytinezuur een bijdrage aan de vermeende gunstige effecten van volkorenbrood bij het voorkomen van chronische ziekten zoals diabetes en hart- en vaatziekten. Daarnaast geldt in Nederland dat bij een normale, gevarieerde voeding de consumptie van veel fytinezuurrijke voedingsmiddelen zelden zorgt voor een tekort aan mineralen.