Voedingsclaims en voorwaarden

Een voedingsclaim zegt iets over de voedingswaarde van een product. Wie dergelijke claims voor zijn voedingsmiddelen wil gebruiken, dient zich aan een aantal regels te houden. De claimsverordening stelt namelijk strikte voorwaarden aan het gebruik van voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen om een wildgroei aan claims en consumentenmisleiding te voorkomen.

Dit artikel is onderdeel van het dossier Voedings- en Gezondheidsclaims.

De Europese Commissie heeft bij de claimsverordening een bijlage met voedingsclaims gevoegd, waarin toegestane voedingsclaims staan vermeld (te vinden onder documentatie). Deze bijlage is een zogenaamd ‘levend’ document, wat betekent dat er nog steeds aan wordt gewerkt. Nu en dan worden er nieuwe voedingsclaims met de bijbehorende voorwaarden aan de lijst toegevoegd. Voorbeelden van voedingsclaims zijn ‘vezelrijk’, ‘bron van vitamine B1’, ‘zoutloos’ en ‘verlaagd gehalte aan koolhydraten’. Als een claim niet op de bijlage voorkomt, mag u hem niet gebruiken. Een voorbeeld hiervan is koolhydraatarm. Onder documentatie vindt u de lijst met daarin de toegestane voedingsclaims, aangevuld met voorbeelden, relevant voor de bakkerijbranche.

De claimsverordening kent vier vergelijkende voedingsclaims. Er is een ‘verhoogd gehalte’ van een bepaald nutriënt als dit met tenminste 30% meer aanwezig is dan in vergelijkbare producten. Voor een ‘verlaagd gehalte’ geldt dat het minimaal 30% minder aanwezig dient te zijn dan in vergelijkbare producten. Voor claims die gaan over een verlaagd gehalte aan verzadigde vetten of suikers gelden aanvullende voorwaarden. Je kunt ook claimen dat een product verlaagd is in energetische waarde. In dat geval dient het minimaal 30% minder calorieën te bevatten dan vergelijkbare waren. Als vierde vergelijkende voedingsclaim is er de claim ‘light’. Hiervoor gelden dezelfde voorwaarden als bij het gebruik van de claim ‘verlaagde energetische waarde’.

Het verschil in hoeveelheid nutriënt of energie moet in een getal worden weergegeven en vermeld worden op de verpakking. Op het etiket moet ook staan waardoor het product minder energie bevat: komt dit door minder suiker, minder vet of een combinatie daarvan? De producent dient aan te geven met welke referentieproducten hij zijn eigen product vergelijkt.

De vergelijking die gemaakt wordt met andere producten, dient significant te zijn voor de consument. Een brood, dat normaal gesproken 2,5% vet bevat, kan met een vetgehalte van 1,7% voldoen aan de norm dat er een reductie van minimaal 30% optreedt. Een dergelijke reductie is echter niet relevant, gezien het feit dat de gemiddelde consument zo’n 70 gram vet per dag eet. Onder het mom van misleiding is een dergelijke claim dus niet toegestaan, ook al wordt cijfermatig wel aan de gestelde voorwaarden voldaan. Koolhydraten nemen een groter aandeel in brood in. Voor de claim ‘verlaagd koolhydraatgehalte in (bijvoorbeeld) volkorenbrood’ geldt, als deze vergeleken wordt met de 39,3 gram uit de NEVO als gemiddelde referentiewaarde, dat een volkorenbrood met een verlaagd koolhydraatgehalte niet meer dan 27,5 gram koolhydraten per 100 gram product mag bevatten.

Om een goede voedingsclaim op te stellen, dient u als ondernemer de volgende stappen te doorlopen.

  1. Gebruik de bewoordingen uit de bijlage met toegestane voedingsclaims.
  2. Zorg dat u aan de bij de claim behorende voorwaarden voldoet die in de bijlage vermeld staan.
  3. Gebruikt u de claim voor een voorverpakt product? Dan dient u de voedingswaardedeclaratie (met energie, vetten, verzadigde vetten, koolhydraten, suikers, eiwitten en zout) weer te geven, zoals bepaald in de Europese Verordening nr. 1169/2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten.
    Maakt u de claim op een andere voedingsstof, dan dient u in de voedingswaardedeclaratie ook de betreffende voedingsstof inclusief de hoeveelheid per 100 gram of ml te vermelden (meer informatie in het artikel ‘Voedingswaardevermelding’).