Uitkomsten mogelijk belangrijk voor het imago van brood
Brood staat aan de basis van onze beschaving. Hele samenlevingen zijn gebouwd op brood. Alle voedingswetenschappers bevelen brood aan voor ons dagelijks voedsel, juist omdat het een combinatie geeft van energie en belangrijke bouwstoffen.
Toch is het zo dat er een groep consumenten is die aangeeft klachten te krijgen na de consumptie van tarweproducten. Wij hebben besloten om dit serieus te gaan onderzoeken. Wij doen dit samen met drie andere partijen (Universiteit Maastricht, de Wageningen Universiteit en Rothamsted Research ) die met ons al jarenlang actief deelnemen aan HealthGrain Forum – een internationale netwerkorganisatie van universiteiten, kennisinstellingen bedrijven die actief zijn in de graan wereld.
Perceptie of waarheid?
Wat is er aan de hand? Sinds enkele jaren is er een groep mensen die aangeeft klachten te hebben zoals buikpijn, een opgeblazen gevoel of hoofdpijn na de consumptie van tarweproducten. Slechts in 1-2% van de gevallen zijn deze klachten te herleiden naar ziekten als coeliakie, maar vaak blijft een duidelijke diagnose uit. De klachten zouden (deels) verdwijnen bij het verlagen of zelfs elimineren van tarweproducten uit de voeding of door bijvoorbeeld het eten van spelt- en/of desemproducten. Wat is hiervan nu waar? Zijn de klachten echt? Of zit het tussen de oren? Om dit grondig uit te zoeken gaat binnenkort een grootschalig internationaal onderzoek van start. Want deze vraag gaat ver over de landsgrenzen heen.
Het gaat om een 3 jarige studie met een begroting van 1.5 miljoen Euro. Financiering komt voor het overgrote deel van (inter)nationale bedrijven die actief zijn in de graan keten.
Hoe gaat de studie in zijn werk?
Het Internationale onderzoek dat wordt uitgevoerd bij een Nederlandse groep patiënten met prikkelbare darm syndroom, heeft als doel om erachter te komen of er daadwerkelijk klachten ontstaan na het eten van tarwe en zo ja door welke stof in de tarwe. Dat hoeven zeker niet de gluten te zijn. Ook wordt gekeken naar een mogelijk bereidingseffect en wordt zelfs onderzocht of er sprake is van een zogenaamd ‘nocebo-effect’. Dit is een negatief verwachtingseffect (“ik zal wel buikpijn krijgen want ik eet tarwe”) – het tegenovergestelde van placebo.
Proefpersonen worden verdeeld in groepen en krijgen verschillende graansoorten te eten, namelijk tarwe-, emmer-, of speltbrood. Dit vanuit de gedachte dat oude graansoorten wellicht beter te verdragen zijn. De broden met de veschillende granen worden gemaakt op basis van desem en gist. Onderzoekers van verschillende universiteiten in Nederland en Engeland voeren het onderzoek uit en analyseren de gegevens.
De uitkomsten van de studie zullen door het NBC gebruikt worden in de voorlichting van consumenten en voedingsprofessionals over brood.