Allergenen en productaansprakelijkheid

Volgens Verordening 1169/2011 bent u verplicht uw klant te informeren over aanwezige allergenen in uw product. Die verplichting is echter alleen van toepassing op allergenen die op basis van de receptuur en gebruikte ingrediënten in het product zitten. De  aanwezige hoeveelheid van die allergenen is daarbij niet van belang. Het ministerie van VWS heeft aanvullend beleid opgesteld voor aanwezigheid van allergenen in voorverpakte industriële producten als gevolg van versleping of kruisbesmetting. Dit beleid moet met ingang van 1 januari 2026 geïmplementeerd zijn. Overigens kunt u altijd aansprakelijk gesteld worden, wanneer u niet zorgvuldig genoeg omgaat met allergenen. Wees om die reden dus voorzichtig met de promotie van allergeenvrije producten. Doe dit alleen wanneer u absoluut zeker weet dat deze daadwerkelijk allergeenvrij zijn en dat kruisbesmetting is uitgesloten.

Dit artikel is onderdeel van het dossier 'Alles over allergenen'.

Pauline Houtsma

Kennisspecialist Hygiëne en wetgeving

p.houtsma@nbc.nl
0317 47 12 12

Productaansprakelijkheid is geregeld in het Burgerlijk Wetboek. De consument moet – als hij een schadeclaim wil indienen – bewijzen dat hij schade lijdt en dat deze schade veroorzaakt is door een gebrekkig product. Een product is bijvoorbeeld gebrekkig, wanneer het niet de veiligheid biedt die de consument er van mag verwachten. Dat geldt dus ook wanneer een bepaald allergeen niet op het etiket staat en de consument ondervindt als gevolg daarvan nadelige gevolgen. Het product is dan immers onveilig voor de mensen die gevoelig zijn voor dat allergeen. De aansprakelijkheid voor gebrekkige producten is een risicoaansprakelijkheid. Dat betekent dat de veroorzaker van het gebrekkige product aansprakelijk kan worden gesteld, onafhankelijk van de vraag of er sprake was van schuld of verwijtbaar gedrag. In de praktijk gebeurt het vaak dat als de consument een zekere mate van bewijs heeft geleverd, de rechter aan de producent zal vragen de beweringen van de consument te weerleggen. Het is namelijk voor benadeelden vaak erg moeilijk sluitend bewijs te leveren.

Wanneer u alle mogelijk in het product aanwezige allergenen vermeldt, voldoet u aan de zorgvuldigheidsplicht en de algemene waarschuwingsplicht. Door onnodige vermelding van allergenen die onbedoeld in het product kunnen zitten, zou u echter ook misleiding verweten kunnen worden. Het is daarom belangrijk dat u alleen de reële risico’s vermeldt. Stel uzelf daarbij de vraag hoe groot de kans is dat een bepaald allergeen in het product terecht komt en of u redelijkerwijs maatregelen kunt nemen om die kans te verkleinen. Kan het risico niet of niet helemaal uitgesloten worden, vermeld dit dan op het etiket of de productinformatie als “kan X bevatten”, waarbij u voor de naam van de mogelijk aanwezige allergene stof(fen) vermeldt. Lees hier meer over de risico's op kruisbesmetting en maatregelen

Wordt de consument onjuist of onvolledig geïnformeerd over de aanwezigheid van allergenen, de eigenschappen, de houdbaarheid van een product of bijvoorbeeld de juiste bereidingswijze of gebruiksinstructie, dan is sprake van een zogenaamde instructiefout. Instructiefouten kunnen te maken hebben met gebruiksaanwijzingen en waarschuwingen, maar ook met de vormgeving, verpakking en reclame van het product. Ontbreekt een waarschuwing of is deze onvolledig, dan kan de veiligheidsverwachting in de gebruiksfase van het product te hoog zijn. Reclame kan juist weer te veelbelovend zijn, waardoor de consument ook een te hoge verwachting heeft van het product.

Naarmate het gevaar ernstiger is, wordt door de rechter ook een strengere maatstaf opgelegd ten aanzien van de inhoud van de waarschuwingsplicht. Denk bij allergenen bijvoorbeeld aan de kennis van de consument. Declareer noten altijd met de soortnaam, bijvoorbeeld walnoten, amandelen of cashewnoten. Declareer ook glutenbevattende granen met verwijzing naar hun soortnaam, bijvoorbeeld roggebloem, tarwemeel en havervlokken.

Laat waarschuwingen in elk geval duidelijk herkenbaar zijn bijvoorbeeld door gebruik van opvallende kleuren of letters en zet de waarschuwing op een goed zichtbare plaats in de directe nabijheid van de ingrediëntendeclaratie.

De Verordening Productinformatie (1169/2011) schrijft voor op welke wijze de aandacht op allergenen gevestigd moet worden. Allergenen moeten in de ingrediëntenlijst met een afwijkend lettertype, stijl of kleur worden vermeld bijvoorbeeld amandelen, TARWEBLOEM of roomboter (melk). Het gebruik van een allergenenbox waarin de in het recept aanwezige allergenen worden samengevat is niet meer toegestaan.

Pauline Houtsma

Kennisspecialist Hygiëne en wetgeving

p.houtsma@nbc.nl
0317 47 12 12